Ga naar inhoud

12 december 2024

Zzp'er of toch in loondienst: voorkom schijnzelfstandigheid

Voldoet een zelfstandige niet aan de voorwaarden voor ondernemerschap, dan heet dat schijnzelfstandigheid. Hieronder lees je meer over de veranderingen en de risico's.

Er zijn veel zelfstandigen in Nederland. Veel zelfstandigen zijn eigenlijk werknemers. Werk je als zelfstandige zonder personeel, maar voldoe je niet aan de voorwaarden voor ondernemerschap, dan heet dat schijnzelfstandigheid.

Zelfstandige of loondienst

Schijnzelfstandigheid zie je veel in de zorg, het onderwijs en de kinderopvang. In de afgelopen periode zijn ook bezorgdiensten veel in het nieuws geweest. Rechters hebben uitspraken gedaan over de vraag of iemand wel echt zelfstandige is.

Zzp’ers hebben voordelen ten opzichte van werknemers in loondienst. Ondernemers hebben namelijk recht op aftrekposten bij de belastingaangifte. Dit zorgt voor oneerlijke concurrentie. Maar er zijn ook risico’s aan het ondernemerschap. Een zzp’er heeft bijvoorbeeld geen recht op loondoorbetaling bij ziekte en geen ontslagbescherming. Werknemers hebben dat wel.

De Belastingdienst controleert op schijnzelfstandigheid

Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst controleren of een zzp’er ook écht een ondernemer is. In de Wet DBA staat wanneer er sprake is van ondernemerschap of loondienst. In mei 2016 ging de Wet DBA in. DBA staat voor 'deregulering beoordeling arbeidsrelaties'. Tot nu toe word deze wet niet gehandhaafd. Vanaf 2025 wordt de Belastingdienst strenger. Volgens de Wet DBA moet een zelfstandige aan drie voorwaarden voldoen:

  • De ondernemer hoeft het werk niet zelf te doen. Een ander kan dit zonder controle van de opdrachtgever doen.
  • De ondernemer krijgt alleen een vergoeding voor de gemaakte kosten.
  • De ondernemer mag zelf bepalen hoe die de opdracht uitvoert.

Als een zelfstandige niet voldoet aan voorwaarden van de Wet DBA, is er dus sprake van schijnzelfstandigheid. Doet de zelfstandige hetzelfde werk als vast personeel? En moet de zelfstandige de instructies van de opdrachtgever opvolgen? Dan is er sprake van werknemerschap. Maar ook als de werkende ander werk doet, kan het natuurlijk om schijnzelfstandigheid gaan. Zelfstandigen hebben vaak verschillende opdrachtgevers. Heeft de ondernemer maar één opdrachtgever? Dan is de kans groot dat de ondernemer schijnzelfstandige is.

Wat zijn de risico’s van schijnzelfstandigheid?

Tot 2016 was alleen de zelfstandige aansprakelijk voor schijnzelfstandigheid. Bij het invoeren van de Wet DBA is ook de opdrachtgever aansprakelijk. Schijnzelfstandigen kunnen, met terugwerkende kracht, recht hebben op een arbeidsovereenkomst.

Vindt de Belastingdienst dat je eigenlijk in loondienst bent? Dan kan dat de ondernemer en de opdrachtgever veel geld kosten. Misschien heb je onterecht belastingvoordelen voor ondernemers gekregen. Bijvoorbeeld zelfstandigenaftrek of startersaftrek. Als dat inderdaad onterecht is, dan moet je dat terugbetalen aan de Belastingdienst. Het kan zijn dat de opdrachtgever een arbeidsovereenkomst moet aanbieden. En alsnog loonheffing en pensioenpremie moet betalen. Ook kan de opdrachtgever een boete krijgen.

Waar moet je als ondernemer op letten?

Als opdrachtgever en zelfstandige is het verstandig om elke vorm van schijnzelfstandigheid te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld met een ‘overeenkomst van opdracht’. Daarin maak je afspraken over de onderlinge verhoudingen. Ook moeten partijen er op letten dat er geen sprake is van ‘inbedding’. Dus dat de zelfstandige hetzelfde werk doet als een werknemer.

Verder is het goed om bestaande werkrelaties te beoordelen. De website van de Belastingdienst heeft hier meer advies over. Ook op de website van de Rijksoverheid kun je meer informatie lezen.

Deel dit bericht