Ga naar inhoud

22 mei 2018

Windmolens: wat zijn de recente juridische ontwikkelingen?

Er zijn de laatste jaren een paar belangrijke juridische ontwikkelingen geweest rond procedures voor de aanleg van windmolens. Lees hoe de rechtspraak hierover oordeelt.

Belangrijke uitspraken van de Raad van State

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de hoogste rechter voor dit soort zaken) heeft zich inmiddels een aantal keren gebogen over de plannen tot plaatsing van windmolens:

  • Een belangrijke en maatgevende uitspraak op 4 mei 2016 ging over 250 windmolens in de Wieringermeer in Noord-Holland. Lees deze uitspraak via Wieringermeer.
  • Op 21 februari 2018 een uitspraak over de 45 windmolens bij Drentse Monden / Oostermoer in Drenthe. Lees deze uitspraak via Drentse Monden.
  • Op 4 april 2018 heeft de Raad van State ook een uitspraak gedaan over een windpark Bijvanck in Gelderland met 4 windmolens. Lees deze uitspraak via Bijvanck.

Wat toetst de Raad van State?

De rechter oordeelt niet of een windmolen(park) gebouwd mag worden. De taak van de rechter is om te beoordelen of het besluit om een windmolen te plaatsen "berust op voldoende kennis over de relevante feiten en belangen". En of het besluit goed is gemotiveerd. Daarnaast kijkt de rechter of de nadelige gevolgen in verhouding staan tot het doel van de plaatsing van een windpark.

Wat is het oordeel van de Raad van State?

De Raad van State heeft in alle genoemde uitspraken de beroepen tegen de volgende zaken ongegrond verklaard:

  • het inpassingsplan (soort bestemmingsplan)
  • de omgevingsvergunningen
  • de vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet

De Raad van State heeft beslist dat het besluit voldoende is onderzocht en gemotiveerd. Dit ondanks de aangevoerde bezwaren van omwonenden en organisaties. De besluiten om het windpark aan te kunnen leggen zijn daarom volgens de Raad van State rechtmatig en blijven in stand. Dat betekent dat het bestemmingsplan toestaat dat windmolens geplaatst worden.

Wat gebeurt er nu de Raad van State heeft besloten?

In veel gevallen zijn er nog vergunningen voor de plaatsing nodig. Als dat zo is, dan kan de overheid alleen nog beoordelen of de aanvraag voor de plaatsing van een windmolen past binnen het bestemmingsplan.

Maar let op: omdat het inpassingsplan is goedgekeurd, kan de overheid de aanvraag niet weigeren als die past binnen het plan. De overheidsinstantie moet dan de aanvraag verlenen via de vergunning. Ook de rechter kan dit besluit achteraf alleen maar respecteren.

Een paar punten die steeds terugkomen in beroepen tegen windmolens:

  • Alleen belanghebbenden kunnen beroep aantekenen. In de uitspraak van 21 februari 2018 geeft de Raad van State aan wanneer je belanghebbende bent: je moet binnen een straal van 10 keer de tiphoogte wonen. Dus als een windmolen een tiphoogte heeft van 200 meter, dan moet je op minder dan 2 km wonen.
  • Wordt er ook ontheffing verleend op grond van de Wet natuurbescherming? Bijvoorbeeld omdat vogels door de wieken worden geraakt? Dan moet je nóg dichterbij wonen om belanghebbende te zijn. In de uitspraak van 21 februari 2018 was een afstand van 380 meter tot de windmolens nog te ver om belanghebbende te kunnen zijn.
  • De Raad van State is niet gevoelig voor het argument dat windmolens niet rendabel zouden zijn.
  • Er wordt vaak aangevoerd dat windmolens niet de meest slimme manier is om duurzame energie op te wekken. De Raad van State wijst echter op het Nationaal Energieakkoord. Dit akkoord is gesloten door tal van organisaties. En daarin is bepaald dat er windmolens moeten komen. De rechter kan dan niet meer zeggen dat windmolens geen goed idee is.
  • In het Activiteitenbesluit staan de normen voor geluid en slagschaduw. Als aan deze normen wordt voldaan dan is het plan om windmolens te plaatsen op deze punten in orde. De normen zijn streng genoeg, aldus de rechter. Voor laagfrequent geluid bestaat in Nederland geen specifieke norm. De algemene geluidsnorm biedt voldoende bescherming tegen laagfrequent geluid. Dat in het buitenland soms strengere normen bestaan maakt het voorgaande niet anders.
  • Door het toepassen van niet reflecterende materialen of coatinglagen wordt lichtschittering voorkomen of zoveel mogelijk beperkt.
  • Verlichting op de turbines leidt niet tot overlast.
  • Risico door vallend ijs is verwaarloosbaar.
  • Geen hinder door trillingen.
  • Dat jouw uitzicht wordt verstoord door de windmolens is niet voldoende om van het plan af te zien. Niemand heeft recht op een onaangetast uitzicht, aldus de rechtspraak.
  • Geluid van windturbines leidt niet tot schade aan de gezondheid.
  • Het wijzen op andere mogelijke plaatsen waar ook windmolens kunnen staan, heeft geen zin. De provincie gaf aan dat alle mogelijke locaties in de toekomst nodig zijn. Een onderzoek naar alternatieven is dus niet nodig.
  • Een belangrijk bezwaar van de omwonenden, ondernemers en belangenorganisaties is dat er geen draagvlak is voor de aanleg van het windpark. In de uitspraak van 21 februari 2018 legt de Raad van State uit dat het ontbreken van draagvlak "op zichzelf niet betekent dat de ministers het inpassingsplan niet hadden mogen vaststellen." Er is geen wet die bepaalt dat een ruimtelijk plan alleen mag als daarvoor voldoende draagvlak bestaat. Het is aan de ministers om een afweging te maken tussen het "nationale belang van een duurzame energievoorziening en de belangen van de omwonenden" en andere belangen.
  • De wettelijke procedure is voldoende en niet in strijd met verdrag van Aarhus.
  • Het feit dat allerlei onderzoeken zijn uitgevoerd in opdracht van de overheid betekent niet dat zij alleen daarom niet kunnen deugen.
  • Windturbines leiden niet tot onverkoopbare woningen.

Planschade kan voor vergoeding in aanmerking komen

Denk je dat je te maken hebt met waardevermindering als gevolg van de windmolens? En weegt jouw nadeel niet op tegen het openbare belang van de bestemmingswijziging? Dan kun je om een planschadevergoeding vragen als er een wijziging in een bestemmingsplan heeft plaatsgevonden. Bij windmolens wordt vaak afgeweken van het geldende bestemmingsplan. Je kunt dan een aanvraag indienen bij de overheid.

In deze 'tegemoetkoming in planschade' zoals het in de Wro (Wet ruimtelijke ordening) heet, is sprake van een minimum eigen risico van 2% van de woningwaarde. Dit eigen risico wordt gehanteerd, omdat het maatschappelijk aanvaardbaar wordt geacht dat 2% van de waardedaling gedragen wordt door de eigenaar van de woning zelf. Dus als het schadebedrag of nadeel lager is dan die 2% van de woningwaarde (van vóór het besluit), dan wordt de aanvraag verder niet behandeld.

Let op: de Raad van State gaat tegenwoordig vaker akkoord met een hoger percentage eigen risico (tot 5%). Dit hogere percentage moet dan wel gemotiveerd zijn in het besluit van die overheidsinstantie.

Planschade wordt onderzocht door een door de overheidsinstantie aangewezen expert. Op dat rapport kun je reageren via bezwaar en beroep en eventueel hoger beroep.

Aanvraag voor planschade moet je zelf indienen

De aanvraag moet je zelf indienen. Voor het in behandeling nemen van jouw aanvraag moet je leges betalen. Die mogen tussen de € 300 en de € 500 liggen. Dat bedrag krijg je terug als jou een planschadevergoeding van boven het eigen risico wordt toegekend.

De aanvraag moet worden ingediend binnen 5 jaar nadat het besluit onherroepelijk is geworden. Dat is binnen 5 jaar na de uitspraak bij de Raad van State.

Hoe oordeelt de rechter over planschade?

Op Rechtspraak.nl lees je hoe de Raad van State planschade beoordeelt en wat er wordt onderzocht. De rechtspraak is zowel terughoudend met het toekennen van planschade als met de hoogte van de uitgekeerde schadebedragen.

Beperkende factoren zijn bijvoorbeeld:

  • Uitzicht: vanaf 415 meter afstand tot de windmolens is er mogelijk geen sprake van nadelige gevolgen van enige betekenis.
  • Gezondheidseffecten: alleen in geval van een wetenschappelijk rapport dat dit ondersteunt kan dit argument tot een schadevergoedingsplicht leiden.
  • Slagschaduw: het opnemen van een stilstand voorziening in de vergunningsvoorwaarden voorkomt overlast van enige betekenis.
  • Geluid: bij een toename van ten minste 5 dB is sprake van een duidelijk waarneembaar verschil; daarom is bij een drempelwaarde van 5 dB sprake van gevolgen van enige betekenis en is dat (mogelijk) een juiste drempel voor het beoordelen van het planologisch nadeel ten aanzien van geluidstoename.

Windmolens en hun invloed op de WOZ

Jouw gemeente bepaalt de WOZ-waarde van je woning. De WOZ-waarde is een indicatie voor de verkoopwaarde ten tijde van de waarde vaststelling (1 januari van het jaar daarvoor). Als er een lagere WOZ-waarde wordt vastgesteld, betekent dit een lagere belastinggrondslag (voor bijvoorbeeld inkomstenbelasting, successie en waterschap).

Windmolens kunnen tot een lagere vaststelling leiden. Nu is het wel zo dat de waarde wordt vastgesteld naar aanleiding van (vaak drie of meer) vergelijkbare verkochte woningen rond de periode van 1 januari van het jaar daarvoor. Ook op de waarde van die woningen hebben de windmolens invloed gehad. Het kan dus zijn dat de aanwezigheid van windmolens al is meegenomen in die vergelijking. Dat kan betekenen dat jouw WOZ-waarde niet omlaag gaat.

Ben je bij ons verzekerd en heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan gerust contact met ons op.

Deel dit bericht