Ga naar inhoud

Letsel

Veelgestelde vragen

Letselschade

We spreken van letselschade als je gewond bent geraakt door een ongeluk, een strafbaar feit of een medische fout. Letsel kan een lichamelijke verwonding zijn, maar je kunt ook geestelijk of psychisch letsel hebben. Dit letsel zorgt vaak voor extra kosten.

Bij letselschade staat je leven op zijn kop. Terwijl je bezig bent met je letsel en herstel, moet je óók nog eens allerlei ingewikkelde dingen regelen bij veel verschillende organisaties. Het is belangrijk dat je hier goede begeleiding bij krijgt.

Onze ervaren juridisch specialisten staan elk jaar duizenden slachtoffers van letselschade bij. Ook jou helpen we graag. Bijvoorbeeld door een groot deel van het regelwerk voor je uit handen te nemen. Zo kunnen we je leven weer iets makkelijker maken.

Letsel kan tot allerlei schadeposten leiden. Denk aan:

  • materiële schade (bijvoorbeeld aan je fiets, auto of kleding);
  • reis- en verblijfkosten;
  • kosten voor vervangend vervoer;
  • medische kosten die je zorgverzekeraar niet vergoedt. Je moet ze dus wel eerst bij je zorgverzekeraar indienen;
  • verlies van arbeidsvermogen. Dat betekent dat je niet of minder kunt werken;
  • huishoudelijke hulp;
  • mantelzorg;
  • verlies van zelfwerkzaamheid. Dat betekent dat je bijvoorbeeld klusjes in en om het huis niet of minder goed kunt doen;
  • smartengeld als vergoeding voor je pijn en ongemak. Het precieze bedrag wordt bepaald aan het eind van je zaak. Het bedrag is afhankelijk van verschillende dingen. Zoals het soort letsel dat je hebt en hoe ernstig je klachten zijn.

Dat verschilt per persoon en hangt van veel dingen af. Het hangt in de eerste plaats af van hoe je herstel gaat.

Je schade kan pas helemaal worden vastgesteld en verhaald wanneer:

  • je hersteld bent óf;
  • je in een 'medische eindsituatie' zit. Dit betekent dat artsen niet verwachten dat er nog iets gaat veranderen aan je herstel.

Hoelang de behandeling van je zaak duurt, hangt ook af van hoe snel de nodige informatie verzameld wordt. En hoe snel de tegenpartij (de persoon die het ongeluk heeft veroorzaakt) de aansprakelijkheid en schade accepteert. Als dit zorgt voor vertraging in jouw zaak, dan spreken we de tegenpartij daarop aan.

Voor de afwikkeling van letselschade bestaat de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL). In de GBL staan afspraken en gedragsregels die ervoor zorgen dat deze afwikkeling goed gaat. Als slachtoffer sta jij hierin centraal.

In de GBL staat ook de Medische Paragraaf. Deze is bedoeld om het medisch beoordelingstraject soepel te laten verlopen. Univé Rechtshulp werkt volgens de GBL en de Medische Paragraaf.

Als jouw zaak over een medische fout gaat, dan is de GOMA van toepassing. In deze gedragscode staan adviezen om de behandeling van je dossier en de openheid over medische fouten te verbeteren.

Wil je meer weten over de GBL en GOMA? Ga dan naar de website van De Letselschade Raad of vraag jouw rechtshulpverlener om uitleg.

Letsel kan op allerlei verschillende manieren ontstaan. Bijvoorbeeld door een verkeersongeval, een ongeluk op je werk, of een medische fout. Als je hierdoor schade hebt, dan heet dat letselschade.

Is iemand anders aansprakelijk voor jouw letselschade? Dan heb je recht op een schadevergoeding. Om de vergoeding te krijgen, moet je de veroorzaker van de schade aansprakelijk stellen. Doe dit zo snel mogelijk. Letselschade kan namelijk verjaren. Dat betekent dat je na een bepaalde periode (de 'verjaringstermijn') geen schadevergoeding meer kunt krijgen.

In de meeste gevallen is de termijn van verjaring vijf jaar. Vanaf het moment dat je weet wie je schade heeft veroorzaakt, heb je dus vijf jaar de tijd om een schadevergoeding te vragen.

Soms is er een andere termijn van verjaring

Hou er rekening mee dat in sommige situaties een andere termijn van verjaring kan gelden. Bijvoorbeeld als:

  • je jonger dan 18 jaar bent. De verjaringstermijn gaat dan in vanaf de dag dat je 18 jaar wordt.
  • als je in het verkeer schade hebt gekregen door een motorvoertuig. Zoals een auto, motor, brommer of scooter. Je hebt drie jaar om de verzekeraar van de tegenpartij aansprakelijk te stellen. En je hebt vijf jaar om de veroorzaker van je schade persoonlijk aansprakelijk te stellen.

Verjaring stoppen

Om te voorkomen dat jouw zaak verjaart, kun je de verjaringstermijn 'stuiten'. Dat is een juridische term voor het stoppen van de verjaring.

Je doet dit door de veroorzaker van de schade, of diens verzekeraar, een aangetekende brief met ontvangstbevestiging te sturen. In je brief zet je dat je de verjaring wil stuiten en dat je jouw recht op schadevergoeding wilt behouden. Er begint dan een nieuwe verjaringstermijn te lopen.

Het maakt niet uit hoeveel keer je de verjaring stopt. Volgens de Nederlandse wet kun je dit onbeperkt blijven doen. Wel is het belangrijk dat je de verjaring stopt op een manier die klopt en geldig is. Onze juristen helpen je hier graag bij.